Feesten

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

PINKSTEREN   -   26 en 27 mei 2012

Handelingen 2: 1-11.
Johannes 20: 19 - 23.

Zusters en broeders,

I.            Toch goed dat het ieder jaar opnieuw weer Pinksteren wordt. Misschien zouden we anders de heilige Geest compleet vergeten. Want wanneer kom je hem of haar verder nog eens tegen, zelfs in de kerk? Natuurlijk, er is wel het vormsel. Daarin wordt ons de heilige Geest geschonken als kracht om Jezus van Nazareth te kunnen volgen in ons leven, bij windstilte en bij tegenwind. Maar gevormd wordt je ook maar één keer in je leven. Als je afgaat op de praktijk van het leven van een doorsnee katholiek, dan is de heilige Geest- vergeef me de uitdrukking -, niet veel meer dan een bijzaak. Hij is iets als een, weliswaar eerbiedwaardige, randfiguur.

II.           Het vreemde is dat dit in de Bijbel volkomen anders ligt.

Het is al heel anders, alleen al wanneer je kijkt naar de mate van zijn aanwezigheid in de Bijbel. Je vindt hem (ik maak hem gemakshalve nu maar mannelijk) letterlijk van het begin tot het einde. Het eerste boek van de bijbel, het boek van de schepping is nog maar aan zijn tweede vers toe en je stoot al op de Geest. Er wordt daar over hem gezegd: 'De Geest van God zweefde over het water'. (Genesis 1:2 ) En op het einde van het laatste bijbelboek, het boek van de Openbaring is hij er eveneens. Daar lees je :'De Geest en de bruid zeggen: Kom, laat wie wil drinken van het water dat leven geeft komen'. (Openbaring 22:17) En tussen die twee, tussen dat begin en dat einde in, is hij zowat overal aanwezig. Je vindt hem bij Mozes en bij de profeten, je vindt hem bij Jezus van Nazareth en je vindt hem heel speciaal in de jonge kerk. In dat bijbelboek over de jonge kerk, het boek van de Handelingen van de Apostelen, kom je hem minstens 40 keer tegen, ik heb het geteld.

Maar nog belangrijker dan zijn aanwezigheid is datgene wat in de Bijbel wordt verteld over zijn activiteiten, over zijn werk.

Er wordt over hem gezegd dat hij het is die het leven schenkt. Dat hij mensen inspireert, dat hij kracht schenkt, dat hij bemoedigt. En in een oude kerkelijke hymne zelfs dat hij troost (Veni Creator Spiritus). Hij wordt daar aangesproken als 'consolator optime': voortreffelijke trooster. Met betrekking tot de activiteiten van de Geest is er echter één ding dat me bijzonder is opgevallen, iets dat als een rode draad door al zijn activiteiten heen loopt en dat is: hij schept en hij schenkt, telkens weer, een nieuw begin. Hij is er als de schepping begint. Maar hij staat ook aan het begin van Israël als volk, want er wordt gezegd dat hij op Mozes rust. (Numeri 11:17) Over het begin van het leven van Jezus van Nazareth staat er dat zijn moeder hem heeft ontvangen van de heilige Geest. (Lucas 1:35) En de Geest daalt op hem neer bij zijn doopsel, als zijn openbaar leven een aanvang neemt. (Lucas 3:22) Verder staat hij dus ook aan het begin van de kerk, wanneer hij op Pinksteren op de leerlingen van Jezus neerdaalt. ( Hand. 2:1-13) En hij is er opnieuw, als hij in Antiochië Barnabas en Paulus oproept om aan de missie onder de heidenen te beginnen. (Hand. 13:2)

III.          Hoe meer je er over nadenkt, hoe vreemder het is: dat hij bij ons tot zo'n eerbiedwaardige bijzaak is geworden. Ik heb heel lang gedacht dat dat aan ons lag, en voor een deel zal dat ook wel zo zijn. Maar misschien is er toch nog iets anders aan de hand. Misschien ligt het ook wel aan hem. Om dat te verstaan moet je bedenken dat hij een speciale band met Jezus van Nazareth heeft. Jezus zegt van zichzelf dat de Geest op hem rust, (Lucas 4:18) dat het door de Geest is dat hij duivels uitdrijft (Matt. 12:28) en dat hij na zijn heengaan de heilige Geest over zijn leerlingen zal zenden. (Joh. 14:16) En in de Handelingen van de Apostelen wordt de Geest dan ook uitdrukkelijk 'de Geest van Jezus' genoemd. (Hand. 16: 7)

Als hij zozeer met Jezus is verbonden zal zijn activiteit dus ook wel in de lijn van die van Jezus liggen. Nu was het één van de meest merkwaardige kenmerken van Jezus dat hij zichzelf karakteriseerde als iemand die niet gekomen was om gediend te worden maar om te dienen. (Marcus 10:45) Dat zal dus ook wel gelden van hem die de Geest van Jezus is : dat hij in dienst van mensen wil staan. De Geest als dienaar van mensen.

Dit kon wel eens de sleutel zijn om iets van die raadselachtige verborgenheid van de Geest onder ons te verstaan. De activiteit van de Geest onder ons, zijn dienst aan mensen, bestaat onderandere in een veelheid van gaven die de Geest aan mensen uitdeelt. Paulus somt ze op, zowel in zijn brief aan de christenen van Rome (Rom. 12: 6 vv.) als aan die in Korinthe, (I.Kor. 12: 4 - 11) maar hij voegt er aan toe: de grootste gave echter is de liefde. (I Kor. 13:13) Daarom staat er ook in onze geloofsbelijdenis 'Ik geloof in de Geest, die de eenheid herstelt in liefde'. Liefde is zelden spectaculair. De Geest is dat evenmin. Hij is werkzaam in de gaven die hij schenkt, maar hij blijft daarin ook verborgen. Hij eist geen aandacht, geen ruimte op voor zichzelf, hij schenkt aan mensen alle ruimte, hij bevordert daardoor hun ontplooiing. Hij gaat zover in zijn verborgenheid dat hij zich zelfs heel kwetsbaar maakt. Paulus schrijft daarover aan de christenen van Tessalonica 'Blust de Geest niet uit'. (I Tessalonicenzen 5:19) Karl Rahner, die over deze tekst een referaat hield op een Oostenrijkse Katholiekendag (1962) zei: 'Dat moet dus mogelijk zijn, anders had Paulus er niet voor gewaarschuwd'. (1) Zover schijnt dat dus te gaan, die dienstbaarheid van de Geest aan mensen en aan de gemeenschap van hen die in Jezus geloven.

IV.         Wanneer iemand er naar zou verlangen om toch iets van die Geest te zien te krijgen is het goed om te weten dat er nog nooit iemand thuis is gekomen met het bericht dat hij of zij de heilige Geest had gezien, of een verschijning van de heilige Geest had gehad. Jezus zelf zei al tot Nicodemus dat de Geest is als de wind, je hoort zijn gesuis, maar je weet niet van waar hij komt of waarheen hij gaat. (Joh. 3:8) Zichtbaar is hij dus niet, maar er zijn wel sporen te vinden van zijn activiteit.

Een eerste spoor houdt verband met het feit dat hij de Geest van Jezus is. Waar je iets van Jezus vindt, daar is ook zijn Geest aanwezig. Nu zei Jezus van zichzelf dat in hem die nieuwe gemeenschap, dat Koninkrijk van God, een gemeenschap gebouwd op gerechtigheid, barmhartigheid en dienstbaarheid op aarde aanwezig was. Overal waar hier op aarde gewerkt wordt aan die nieuwe samenleving, overal waar mensen zich inzetten voor armen, voor zieken,voor vreemdelingen, voor gevangenen en randgevallen allerhande, daar is de Geest van Jezus aan het werk. Je kunt daarbij denken aan Damiaan, aan dokter Vermeire, aan zuster Jeanne De Vos, Helder Camara, Oscar Romero en zoveel anderen die hun verborgenheid, hun onbekendheid delen met de verborgenheid van de Geest van Jezus zelf.

Paulus heeft nog een tweede spoor aangeduid dat naar de Geest verwijst. Hij schrijft namelijk aan de christenen van Galatië dat de Geest van Jezus in mensen vrucht draagt. En hij somt die vruchten op. Hij schrijft: 'De vruchten van de Geest zijn: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid en vertrouwen, eenvoud en zelfbeheersing'. (Gal. 5:22) Verborgen is de Geest, jawel, maar ver uit de buurt schijnt hij toch niet te zijn. Was het dat soms wat Jezus bedoelde toen hij bij zijn afscheid over de Geest die hij zou zenden heeft gezegd: 'Hij zal bij U blijven voor altijd. Hij blijft bij u, hij zal in u zijn'. (Joh. 14:16-17).

Ik wens u van harte namens het Kapelteam en ook in mijn eigen naam, een bemoedigend Pinksterfeest.

Amen.

Marcel Heyndrikx SVD

(1)       RAHNER K: Blust de Geest niet uit, in Idem: Continuïteit en verandering. (Pastorale cahiers 2: Geloven thans) Hilversum,Paul Brand, 1964 , pp. 123-137.

 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.